Hof van Geervliet heeft een interessante samenwerking met een biologische akkerbouwer in de buurt. Het Zuid-Hollandse melkveebedrijf van de familie Biesheuvel gebruikt biologische grasklaver en graan van de buren als veevoer en levert in ruil daarvoor biologische mest.
Vanaf juli 2024 mag de melk van de Hof van Geervliet als biologisch worden verkocht. Zoveel mogelijk weidegang was voor de familie Biesheuvel uit het Zuid-Hollandse Geervliet altijd al de basis, vertelt Cees. Met zijn vrouw en zijn vader en diens vrouw runt hij een melkveebedrijf van 60 hectare met 120 melkkoeien. De omschakeling naar bio is onderdeel van een traject om het bedrijf toekomstbestendig te maken.
Onzekerheid rondom de afbouw van mestderogatie gaf het laatste duwtje. “Ik dacht: dat wordt één groot gezeik”, zegt Cees. “Met bio kiezen we voor meer regels, maar je weet wel precies waar je aan toe bent. Het voordeel is dat er in de markt voor biologische melk minder schommelingen zitten, die markt is vrij stabiel. Ik denk dat bijna alle boeren er heel veel regels bij krijgen, het gaat in ieder geval niet minder worden. Dan hou ik het liever in eigen hand in plaats van dat alles opgelegd wordt door de overheid.”
Met bio kiezen we voor meer regels, maar je weet wel precies waar je aan toe bent.
Daarbij hadden ze het geluk dat een akkerbouwer vlakbij ging omschakelen naar bio. “Daar hebben we de samenwerking mee gezocht. Wij gebruiken zijn rustgewassen – grasklaver en graan – voor onze koeien en leveren mest terug aan hem. Een win-win-situatie. Dat maakt het plan om naar bio over te stappen heel sterk.”
Niet dat het eenvoudig was. “De grootste uitdaging was zorgen dat alles op het goede moment aangepast was, zodat alles netjes in elkaar viel. Zeker tijdens de omschakeling is het een hele grote puzzel. Je moet zorgen dat je voldoende voer hebt op het goede moment en dat je zoveel mogelijk voorraad hebt. In de omschakeling heb je gewoon minder productie van je koeien en van het land. Je moet voldoende buffer hebben.”
Rotterdam de boer op!, een organisatie die boeren helpt natuurinclusiever te werken, heeft de familie Biesheuvel en de akkerbouwer begeleid. “Voor de meeste dingen geldt dat je alles één keer netjes op een rij moet zetten en goed regelen, dat hoort bij die omschakeling. Als je een systeem maakt voor jezelf, dan staat het gewoon en is het verder goed.”
Bij de inspectie liepen ze tegen wat kleine dingen aan. Zo mogen kalfjes een week in een iglo zitten en moeten ze daarna bij elkaar worden gezet omdat dat aansluit bij het natuurlijk leefgedrag. “Daar hebben we nog wat aanpassingen voor gedaan. En toen we nog gangbaar waren, hielden we de pinken die geïnsemineerd moesten worden binnen. Nu gaan we ervoor zorgen dat we ze in de wei kunnen insemineren.”
De inspectie was anders dan hij gewend is van andere inspectie-organisaties. “Skal begeleidt meer en denkt mee over wat de mogelijkheden zijn, binnen de regelgeving. Als je een vraag stelt, krijg je een serieus antwoord en zoeken ze de regels voor je uit. Dat is heel prettig. Nu zitten we natuurlijk in de omschakelfase. De controle zal later wel strenger worden, verwacht ik.”
Zijn familie heeft weidegang en boeren in evenwicht met de natuur altijd belangrijk gevonden. Cees ziet een tweedeling in bio. “De een gaat meer richting natuurbeheer, de ander meer richting productie. Dat eerste paste me nooit zo. Ik vond het zonde om een lage productie te hebben terwijl je best wel goede, dure grond hebt. In samenwerking met de akkerbouwer hebben we een manier gevonden waarop we wel kunnen verduurzamen, maar ook de productie op peil kunnen houden.”
Als je een vraag stelt, zoekt Skal de regels voor je uit, heel prettig.
Daarnaast vindt hij het belangrijk dat de balans binnen het bedrijf goed is. “Door je eigen hooi te voeren aan de koeien, kun je je eigen land en de kruiden die er groeien beter benutten. En doordat we de krachtvoervoorziening met de akkerbouwer goed konden regelen, zijn we zo min mogelijk afhankelijk van grotere partijen.”
Voor de buurman is het fijn dat hij een goede bestemming heeft voor zijn grasklaver en graan, maar de mest is het belangrijkste. “Voor biologische akkerbouwers is het een uitdaging om op het goede moment de juiste mest beschikbaar te hebben voor het juiste gewas. Volgens mij is er een tekort aan biologische mest. Veel biologische melkveebedrijven zijn grondgebonden, die kunnen hun eigen mest gewoon kwijt.”
Volgens mij is er een tekort aan biologische mest.
De overstap naar bio creëert rust in het bedrijf. Cees vindt het belangrijk dat je zo laat zien dat je echt ergens voor staat. Doordat de familie ook vleespakketten verkoopt, hebben ze direct contact met consumenten. Vanaf januari 2025 mag het vlees als biologisch worden verkocht. De reacties zijn over het algemeen positief. Wat Cees opvalt, is hoe weinig mensen die zich niet in bio verdiept hebben erover weten. “Daar stond ik wel van te kijken.”
“Veel mensen weten wel dat bio duurzamer en beter is, of in ieder geval dat imago heeft, maar niet dat dierenwelzijn belangrijk is en er geen kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Omdat we dat vlees verkopen, hebben we een kans om dat aan mensen uit te leggen. Het is leuk om te vertellen waarvoor je staat.”